Zelf foto’s printen: zo doe je dat!

Fotoprinter: welke fotoprinter je kiest, hangt af waar je het apparaat precies voor wilt gebruiken. Wil je enkel af en toe of juist vaak foto’s printen? En hoe belangrijk vind je de kwaliteit van de afdrukken? Als je de kwaliteit van de geprinte foto’s belangrijk vind, kun je het beste kiezen voor een fotoprinter met meer dan 4 cartridges. Dit zijn echte fotoprinters. De extra cartridges bevatten dan speciale zwarte inkt of lichte tinten cyaan, magenta en geel, die je foto nog beter laten uitkomen. Daarmee print je gedetailleerde afbeeldingen.

De juiste resolutie: als je een goede kleurprinter in huis hebt, moet je vooral de resolutie in de gaten houden. De resolutie wordt vaak uitgedrukt in dots per inch (dpi) of pixels per inch. Des te hoger het aantal dots per inch, des te beter de resolutie en dus de kwaliteit van de afbeelding is. Kies bij het printen dus altijd voor de hoogste afdrukresolutie die je printer ondersteunt. Selecteer in het afdrukmenu ook voor hoge kwaliteit. Zo krijg je het beste resultaat!

Volle cartridges: als je foto’s gaat printen, wil je graag cartridges die (bijna) helemaal vol zijn. Als je print met cartridges die bijna op zijn, zullen de kleuren namelijk vervagen. Het resultaat valt dan erg tegen, terwijl er waarschijnlijk niets mis is met het bestand of je printer.

Printpapier: het eindresultaat van de afdruk hangt ook van het printpapier wat je gebruikt. Als je dun papier gebruikt zal het resultaat van mindere kwaliteit zijn dan wanneer je kiest voor dikker papier. Voor de beste resultaten gebruik je fotopapier. Dat is stevig papier, voorzien vaan toplaag. Hierbij kan je kiezen tussen glanzend (glossy) en mat fotopapier. Des te dikker het papier, des te mooier het eindresultaat en des te langer de afdruk mee gaat.